Tamiflu is een medicijn dat helpt tegen het griepvirus. Het wordt gebruikt bij onder andere besmetting met influenza, zoals bijvoorbeeld griep, maar alleen wanneer een patiënt tot een doelgroep behoort met een verhoogde kans en groter gevaar bij besmetting. Denk bijvoorbeeld aan patiënten die te maken hebben met hart- of longkwalen of mensen met een verminderde afweer om uiteenlopende redenen. Door dit medicijn te gebruiken kunnen de effecten van de griep een flink stuk minder heftig worden. Dit kan veel goeds voor de gezondheid doen.
- Dosering: 30 mg – 45 mg – 75 mg – 10 capsules of 6 mg/ml 65 ml
Bijwerkingen van Tamiflu
De bijwerkingen die kunnen optreden bij het gebruik van Tamiflu zijn bijvoorbeeld hoofdpijn en misselijkheid. Opvallend is dat dit niet direct in het begin het geval zal zijn, maar juist bij gebruik over langere periode. De misselijkheid kan worden tegengegaan door het middel in te nemen met wat voedsel. Wel in het begin van het gebruik zijn bijwerkingen te ervaren zoals buikpijn en mogelijk braken. Zoals ook diarree een gevolg kan zijn. In zulke gevallen is het altijd belangrijk om voldoende te drinken om uitdroging te voorkomen. Deze klachten moeten snel wegtrekken. Zo niet, dan is de arts inschakelen een belangrijke stap.
Hoe is Tamiflu te gebruiken?
Het gebruik van Tamiflu hangt af van het doel. Om griep te bestrijden moet het zo snel mogelijk worden ingenomen nadat de eerste verschijnselen worden gemerkt. Om griep te voorkomen moet dit maximaal twee dagen nadat contact is geweest met iemand die met griep besmet is gebeuren. De behandeling duurt over het algemeen niet meer dan slechts enkele dagen. Meestal betreft dit een periode van 5 tot 10 dagen. De capsules moeten in het geheel worden ingenomen. Doe dit met enkele slokken water om het gemakkelijk weg te slikken. Er is ook een variant in drankvorm, deze zal echter zelden worden voorgeschreven.
Actieve bestanddelen in Tamiflu
De werkzame stof die in Tamiflu te vinden is draagt de naam oseltamivir. Dit is een antivirusmiddel. Het middel remt de meerdering van de bacteriën die het virus in stand houden. In het geval van griep zijn dit twee verschillende groepen die beide onder controle worden gehouden door de werkzame stof.
